Estudiar (studeren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Estudiar - Vervoeging van studeren in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige, indicatieve tijd (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Estudiar (studeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Profesiones y estudios (Beroepen en studies)
Vervoeging van studeren in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo estudio | ik studeer |
tú estudias | jij studeert |
él/ella estudia | hij studeert |
nosotros/nosotras estudiamos | wij studeren |
vosotros/vosotras estudiáis | jullie studeren |
ellos/ellas estudian | zij studeren |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo estudio todos los días para el examen. | Ik studeer elke dag voor het examen. |
Tú estudias en la biblioteca por la tarde. | Jij studeert 's middags in de bibliotheek. |
Él estudia matemáticas en la universidad. | Hij studeert wiskunde aan de universiteit. |
Nosotros estudiamos juntos los fines de semana. | Wij studeren samen in het weekend. |
Vosotros estudiáis con el profesor de física. | Jullie studeren bij de natuurkundeleraar. |
Ellos estudian en grupos pequeños. | Zij studeren in kleine groepen. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
estudiamos, estudio, estudia, estudias, estudiáis, estudian
1.
Yo todos los días para el examen.
(Ik studeer elke dag voor het examen.)
2.
Tú en la biblioteca por la tarde.
(Jij studeert 's middags in de bibliotheek.)
3.
Él matemáticas en la universidad.
(Hij studeert wiskunde aan de universiteit.)
4.
Nosotros juntos los fines de semana.
(Wij studeren samen in het weekend.)
5.
Ellos en grupos pequeños.
(Zij studeren in kleine groepen.)
6.
Vosotros con el profesor de física.
(Jullie studeren bij de natuurkundeleraar.)