Celebrar (vieren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Celebrar (vieren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Celebrar - Vervoeging van vieren in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Celebrar (vieren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Decir tu edad (Je leeftijd zeggen)

Vervoeging van vieren in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) celebro ik vier
(tú) celebras jij viert
(él/ella) celebra hij/zij viert
(nosotros/nosotras) celebramos wij vieren
(vosotros/vosotras) celebráis jullie vieren
(ellos/ellas) celebran zij vieren

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo celebro mi cumpleaños con la familia. Ik vier mijn verjaardag met de familie.
¿Tú celebras tu cumpleaños cada año? Vier jij je verjaardag elk jaar
Él celebra sus treinta años hoy. hij viert zijn dertigste verjaardag vandaag
Nosotros celebramos la fiesta con tarta. Wij vieren het feest met taart.
Vosotros celebráis la edad de mamá juntos. Jullie vieren samen de leeftijd van mama.
Ellos celebran los años de la abuela. zij vieren de verjaardag van oma

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

celebro, celebras, celebra, celebramos, celebráis, celebran

1.
Ellos ... los años de la abuela.
(Zij vieren de verjaardag van oma)
2.
Nosotros ... la fiesta con tarta.
(Wij vieren het feest met taart.)
3.
Yo ... mi cumpleaños con la familia.
(Ik vier mijn verjaardag met de familie.)
4.
Él ... sus treinta años hoy.
(Hij viert zijn dertigste verjaardag vandaag)
5.
Vosotros ... la edad de mamá juntos.
(Jullie vieren samen de leeftijd van mama.)
6.
¿Tú ... tu cumpleaños cada año?
(Vier jij elk jaar je verjaardag?)