Afeitarse (zich scheren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Afeitarse - Vervoeging van zich scheren in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige, indicatieve tijd. (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Afeitarse (zich scheren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Apariencia física (Fysiek en uiterlijk)
Vervoeging van zich scheren in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo me afeito | ik scheer me |
tú te afeitas | jij scheert je |
él/ella se afeita | hij scheert zich |
nosotros/nosotras nos afeitamos | wij scheren ons |
vosotros/vosotras os afeitáis | jullie scheren je |
ellos/ellas se afeitan | zij scheren zich |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo me afeito por la mañana. | Ik scheer me 's ochtends. |
¿Cuántas veces a la semana te afeitas? | Hoe vaak per week scheer jij je? |
Él se afeita antes de trabajar. | Hij scheert zich voor hij gaat werken. |
Nosotros nos afeitamos los domingos. | Wij scheren ons op zondag. |
Vosotros os afeitáis en el baño. | Jullie scheren je in de badkamer. |
Ellos se afeitan todos los días. | Zij scheren zich elke dag. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
me afeito, te afeitas, se afeita, nos afeitamos, os afeitáis, se afeitan
1.
Él ... antes de trabajar.
(Hij scheert zich voor hij gaat werken.)
2.
¿Cuántas veces a la semana ...?
(Hoe vaak per week scheer je je?)
3.
Yo ... por la mañana.
(Ik scheer me 's ochtends.)
4.
Nosotros ... los domingos.
(Wij scheren ons op zondag.)
5.
Vosotros ... en el baño.
(Jullie scheren je in de badkamer.)
6.
Ellos ... todos los días.
(Zij scheren zich elke dag.)