A2.24: Afhaalmaaltijden - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

hasta, es bueno, Está bien, entonces

1. Positivo:
: Llevar una mochila ligera ... en la montaña.
(Een lichte rugzak dragen is goed in de bergen.)
2. Punto final:
: El museo está abierto ... las ocho de la tarde.
(Het museum is open tot acht uur 's avonds.)
3.
El sol se esconde por el oeste, ...estamos en el este.
(De zon gaat onder in het westen, dus wij bevinden ons in het oosten.)
4. Punto final:
: Viviré en Valencia ... el final de este mes.
(Ik zal tot het einde van deze maand in Valencia wonen.)
5. Positivo:
: ... esperar la amanecer aquí en el lago.
(Het is goed om de zonsopgang hier bij het meer af te wachten.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Asistir


Assisteren

2

La costa


De kust

3

La escuela de idiomas


De talenschool

4

La pasta de dientes


De tandpasta

5

El búho


De uil

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

describieron, te has inscrito, se lavaban, se lavaba, fueron

1.
... para el taller de fotografía.
(Je had je ingeschreven voor de workshop fotografie.)
2.
... al búho y su mirada fascina.
(Ze beschrijven de uil en zijn blik fascineert.)
3.
... a comprar una entrada para el evento.
(Ze gingen een kaartje voor het evenement kopen.)
4.
... la cara con jabón cada mañana.
(Hij waste elke ochtend zijn gezicht met zeep.)
5.
... las manos porque tenían suciedad.
(Ze wasten hun handen omdat ze vuil waren.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. La vista desde la cima de la montaña es realmente buena.
Het uitzicht vanaf de top van de berg is echt goed.
2. Todavía no hemos llegado al desierto del zoológico.
We zijn nog niet bij de dierentuinwoestijn aangekomen.
3. Subir la montaña es bueno para despejar la mente el domingo.
De berg beklimmen is goed om je hoofd leeg te maken op zondag.
4. Busco un hobby para aprender desde el próximo mes.
Ik zoek een hobby om vanaf volgende maand te leren.
5. Antes de comer, siempre me lavo para no llevar las manos sucias.
Voordat ik ga eten, was ik altijd mijn handen om ze niet vuil te hebben.