10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.23: Het verleden: onderdeel van het heden of voorbij? - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

me sentí, escuchábamos, supieron, veían, La década

1. Ver (Ellos): Cuando no ... a sus abuelos los echaban de menos.

Cuando no veían a sus abuelos los echaban de menos.
(Vertaling laden...)

2. Escuchar (Nosotros): Cuando éramos adolescentes ... la música de los años 80.

Cuando éramos adolescentes escuchábamos la música de los años 80.
(Vertaling laden...)

3. ... de los 70 fue muy importante para la moda y la música.

La década de los 70 fue muy importante para la moda y la música.
(Vertaling laden...)

4. Yo: Durante la pandemia ... deprimido por no poder hacer nada.

Durante la pandemia me sentí deprimido por no poder hacer nada.
(Vertaling laden...)

5. Saber (Ustedes): No ... que Ana se unió al voluntariado.

No supieron que Ana se unió al voluntariado.
(Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. El año pasado cambiamos de casa y descubrimos muchos recuerdos de nuestra infancia mientras empacábamos juguetes.
Vorig jaar verhuisden we en ontdekten we veel herinneringen aan onze kindertijd terwijl we speelgoed aan het inpakken waren.
2. Estábamos caminando por el bosque cuando, de repente, apareció un zorro.
We waren door het bos aan het wandelen toen er plotseling een vos verscheen.
3. Al final del cuento, los personajes descubrieron un secreto increíble.
Tenslotte ontdekten de personages een ongelooflijk geheim.
4. Anteriormente, la gente se divertía diferente en las décadas pasadas, a menudo organizaban grandes eventos.
Vroeger vermaakten mensen zich anders in de afgelopen decennia, ze organiseerden vaak grote evenementen.
5. El año pasado, durante la epidemia, vino a la farmacia por la aspirina.
Vorige jaar, tijdens de epidemie, kwam hij naar de apotheek voor de aspirine.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. In het begin leek het personage in het verhaal mysterieus.
Al principio, el personaje del cuento parecía misterioso.
2. Eergisteren was ik vrijwilliger bij een evenement gerelateerd aan de pandemie, het was een onvergetelijke ervaring.
Anteayer estuve de voluntario en un evento relacionado con la pandemia, fue una experiencia inolvidable.
3. Hugo en Laura woonden tijdens de pandemie samen en herinneren zich hoe moeilijk het was.
Hugo y Laura compartieron piso durante la pandemia y se acuerdan de lo difícil que fue.
4. In de jaren tachtig kleedden mensen zich anders en zagen we vaak zeer kleurrijke mode.
En los años ochenta, la gente se vestía diferente y a menudo veíamos modas muy coloridas.
5. Hij verdween achter de struiken toen we naderden.
Él desaparecía detrás de los arbustos cuando nos acercamos.