A2.17: Vrienden bezoeken - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

verá, escucharán, escuchará, has añadido, parecían

1. Añadir:
: Este mes tú ... varias cosas a tu cesta de compras.
(Deze maand heb je verschillende dingen aan je winkelwagen toegevoegd.)
2.
María ... una exposición de instrumentos musicales.
(María zal een tentoonstelling van muziekinstrumenten zien.)
3.
Ella ... la canción moderna esta noche.
(Zij zal vanavond het moderne lied luisteren.)
4.
Mis amigos ... rock en el concierto.
(Mijn vrienden zullen naar rock luisteren op het concert.)
5. Parecer:
: Al principio del curso, todos ... nerviosos.
(Aan het begin van de cursus leken iedereen nerveus.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

El cajero automático


De geldautomaat

2

El parlamento


Het parlement

3

Moderna


Modern

4

Abrir una cuenta bancaria


Een bankrekening openen

5

Hacer errores


Fouten maken

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

elegí, venías, aprobabas, venía, votaban

1.
Tú ... siempre temprano al aula para estudiar.
(Jij kwam altijd vroeg naar het lokaal om te studeren.)
2.
Ellos ... por el presidente y el ministro.
(Zij stemden op de president en de minister.)
3.
Cuando era niño, ... a la escuela primaria andando.
(Toen ik een kind was, kwam ik lopend naar de basisschool.)
4.
... votar por el presidente en la década pasada.
(Ik koos ervoor om in het afgelopen decennium op de president te stemmen.)
5.
... las pruebas del colegio con buena nota.
(Je haalde de toetsen op school met een goed cijfer.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Esta semana he hecho un pago electrónico en la app del banco.
Deze week heb ik een elektronische betaling gedaan in de bankapp.
2. Hace un rato he sacado dinero del cajero automático del banco.
Ik heb zojuist geld opgenomen bij de geldautomaat van de bank.
3. El aula estaba siempre llena de estudiantes interesados y atentos.
Het klaslokaal was altijd vol met geïnteresseerde en aandachtige studenten.
4. El gobierno implementó nuevas leyes después de las elecciones pasadas.
De regering voerde nieuwe wetten in na de vorige verkiezingen.
5. El mes pasado completé el grado en ingeniería informática.
Vorige maand heb ik de bacheloropleiding informatica afgerond.