10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.17: Wat is er net gebeurd? - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

menor, se puede, Acabo de, mejor

1. Pequeño: El búho es ... que el águila pero vuela muy bien de noche.

El búho es menor que el águila pero vuela muy bien de noche.
( + infinitivo: expresar una acción recién completada. used during language lessons for Spanish on A2 level. Use the vocabulary as used in The Netherlands">Vertaling laden...)

2. ¿Cómo ... proteger a las especies en peligro?

¿Cómo se puede proteger a las especies en peligro?
( + infinitivo: expresar una acción recién completada. used during language lessons for Spanish on A2 level. Use the vocabulary as used in The Netherlands">Vertaling laden...)

3. Yo: ... ver a tu madre.

Acabo de ver a tu madre.
(Ik heb net je moeder gezien.)

4. Yo: ... terminar un libro.

Acabo de terminar un libro.
(Ik heb zojuist een boek uitgelezen.)

5. Bueno: La vida de los búhos africanos es ... en la selva que en el desierto.

La vida de los búhos africanos es mejor en la selva que en el desierto.
( + infinitivo: expresar una acción recién completada. used during language lessons for Spanish on A2 level. Use the vocabulary as used in The Netherlands">Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Vosotros pisáis la hierba del valle mientras camináis.
Jullie betreden het gras van de vallei terwijl jullie wandelen.
2. Tú acabas de comprar un billete.
Je hebt net een kaartje gekocht.
3. Nosotros nos hemos alejado del olivo para visitar la agencia de viajes.
Wij zijn van de olijfboom weggegaan om het reisbureau te bezoeken.
4. Yo ahorro para comprar unas gafas de sol.
Ik spaar om een zonnebril te kopen.
5. Ellos/ellas caminan por la granja observando las vacas y gallinas.
Zij lopen over de boerderij terwijl ze de koeien en kippen bekijken.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Wij zijn van de olijfboom weggegaan om het reisbureau te bezoeken.
Nosotros nos hemos alejado del olivo para visitar la agencia de viajes.
2. Zij merkt de schoonheid van de natuur op.
Ella nota la belleza de la naturaleza.
3. Zij kunnen meer recyclen om het milieu te beschermen.
Ellos pueden reciclar más para proteger el medioambiente.
4. Zij vernemen van het bezoek aan de vallei.
Ellos se enteran de la visita al valle.
5. Vandaag wandelen we in de bergen.
Hoy hacemos senderismo en la montaña.