Spaans A1.19: Prijzen en geld - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Cuál, el treinta y uno, me peino, u, Aunque

1. 31/10/2001: ... de octubre de dos mil uno.

El treinta y uno de octubre de dos mil uno.

(Vertaling laden...)

2. Puedes beber té ... otra bebida.

Puedes beber té u otra bebida.

(Vertaling laden...)

3. ... no le gusta el café, hoy bebe uno.

Aunque no le gusta el café, hoy bebe uno.

(Vertaling laden...)

4. ¿... es tu receta favorita?

¿Cuál es tu receta favorita?

(Wat is je favoriete recept?)

5. Yo ... el pelo todas las mañanas.

Yo me peino el pelo todas las mañanas.

(Vertaling laden...)

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Yo me lavo los dientes todas las mañanas.

Ik poets mijn tanden elke ochtend.

2. Ellos cocinan para la fiesta.

Zij koken voor het feest.

3. Él desayuna pan con mantequilla.

Hij ontbijt met brood en boter.

4. Vosotros respondéis con entusiasmo.

Jullie antwoorden enthousiast.

5. Él bebe café por la mañana.

Hij drinkt koffie in de ochtend.

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Jij eet altijd heel snel.

Tú comes muy rápido siempre.

2. Jullie antwoorden enthousiast.

Vosotros respondéis con entusiasmo.

3. Hoeveel kost het brood in deze winkel?

¿Cuánto cuesta el pan en esta tienda?

4. Jullie staan heel laat op op zondagen.

Vosotros os levantáis muy tarde los domingos.

5. Wij vragen of het museum open is.

Nosotros preguntamos si el museo está abierto.